Dinsdag 1 juli:

We verlaten het provinciale park en gaan eerst een bezoek brengen aan de ernaast gelegen botanische tuin. We hopen op mooie bloemen en dito vogels. Als we bij de kassa komen schrikken we al van de prijs: $ 12,20!! Dat is ongeveer tien euro per persoon! De caissière vertelde dat er ook een vlindertuin was en dus gingen we op pad. Er waren alleen grote blauwe vlinders in de minituin. Géén vogels en de planten waren allemaal gecultiveerd. Teleurgesteld gingen we op weg richting Québec.  Daar vonden we al gauw een parkeerplaats in Lévis voor maar zes dollar voor 24 uur. We hebben de veerpont naar de overkant genomen

 

en dan kun je zo de oude stad inlopen. De straatjes zijn erg steil en dus gaan we met de kabelbaan van 45 graden omhoog. Het uitzicht op de St. Lawrence River is grandioos. 

 

Je hebt er veel  leuke eettentjes. Het is erg heet, wel 35 graden. Maar als je maar vaak gaat zitten kun je toch enkele bezienswaardigheden bezoeken. We zagen de kanonnen in het  Parc  Montmorency en boven op de klif het Chateau Frontenac, Place d’Armes, Sanctuaire Notre-Dame-Dame-du-Sacré-Coeur, een neo gotisch meesterwerk uit 1910, St. Andrew’s Presbyterian Church, de eerste prebuteriaanse kerk van Québec, de Notre-Dame de Québec 

 kerk

Basilica- Cathedral , die een weergave is van de geschiedenis van alle Canadezen, hij is gebombardeerd, afgebrand en weer opgebouwd, het pittoreske straatje Sainte Anne met boetiekjes, bistro’s en restaurantjes en waar portrettisten en karikaturisten de toeristen vereeuwigen.

 

Op Parliament Hill staat het Parliament Building. We vervolgen onze weg richting Montreal. We nemen de 20 en stoppen bij de Wal-Mart in St. Hyacint. Het is erg benauwd en het waait erg hard. Het wil maar niet afkoelen.

Woensdag 2 juli:

Na een hete nacht met veel verkeerslawaai  gaan we weer verder. We beginnen in de file en dat duurde maar liefst twee uur. Geen goed begin! Na de 20 gaan we naar de 40 richting Ottawa. Daarna de 60 naar het Parc Provincial de Algonquin. We nemen een camping zo’n negentig kilometer vóór het park. Door de hitte zijn we erg moe en als het ook nog een beetje afkoelt door een buitje dan zitten we weer heerlijk bij het meer te genieten. Onderweg zien we nog een Yellow-bellied marmot

Donderdag 3 juli:

We rijden de resterende kilometers van gisteren naar het Algonquin Parc. Gaan eerst naar het bezoekerscentrum waar we de website bij kunnen werken. Ondertussen is het weer helemaal omgeslagen. Het regent en de temperatuur is gezakt naar zo’n 12 graden!! Wat een verschil met gisteren. We vinden een plekje op camping  Mew Lake. Omdat het nog steeds regent kunnen we niet meer doen dan de kachel aan en een boek lezen. Ook geen straf, hoor! In de namiddag wordt het droog. Cock maakt nog een wandeling en ziet enkele blue jays.

 

Hij heeft veel last van stekende insecten.  Ik heb er zelf ook veel last van. Mijn hoofd zit onder de dikke bulten!

Vrijdag 4 juli:

We gaan eerst naar Mizzy Lake. Lopen daar een trail. Zien enkele  vogels zoals grote zaagbek, yellow rumped warbler en  black capped chicadee. Daarna naar het visitor centre waar we internetten. Lopen de trail bij Beaver Pond, een pittige klim over een klif. Zien onderweg veel verschillende libelles en vlinders.

 

 

Lopen vervolgens de trail bij Spruce Bog .Dit is een boardwalk dwars door het meer met twee  beverburchten.

 

We zien de eerste zonnedauw.

 

 

Verder veel waterlelies en gele plomp op het water. Als we net in de auto zitten begint het te regenen. We gaan weer terug naar de camper. ’s Middags klaart het weer op. Er komt een Canadees een praatje maken en als hij hoort dat we nog geen beren hebben gezien nodigt hij ons uit om ons ’s avonds naar een plek te brengen waar we ze zeker gaan zien. En dat is gelukt. We hebben er zelfs vier gezien!! Geweldig!

Zaterdag 5 juli:

Verlaten het park al vroeg. Het is bewolkt met af en toe een zonnetje. We rijden de 60 naar Huntsville en daarna de 3 naar Rousseau. Vervolgens de Trans Canada Highway en bij Parry Sound gaan we bij de haven een kijkje nemen. Er  landen net een paar watervliegtuigjes,

 

altijd leuk om te zien. Verder tot French River, waar we een tentoonstelling bezoeken over de geschiedenis van het gebied. We lopen ook nog een trail naar de waterval.

 

Jammer van de vele muggen, je wordt er gek van! Bij Greater Sudbury gaan we bij de Walmart overnachten.

Zondag 6 juli:  

Hebben een hele rustige nacht gehad en lekker geslapen. Het is erg bewolkt en we besluiten vandaag maar flink door te tuffen. We rijden door eindeloze moerasgebieden.

 

Zien weer een visarend op zijn nest. De bermen zijn schitterend  geel deze keer. Af en toe een paar oranje lelies

 

ertussen. Na Sault Sainte Marie gaan we langs een enorm meer: het Lake Superior, het grootste zoetwatermeer van de wereld. Jammer van het weer. Het regent ondertussen en de wolken hangen steeds lager. Als de zon schijnt is het water turkoois gekleurd, maar nu even niet. Jammer! Zien erg veel groepen kalkoen gieren boven ons vliegen. We rijden nu door een gebied met hoge bergen. We nemen de camping bij Agawa Bay. We lopen nog naar het strand. Er liggen allemaal kiezels, van heel klein tot heel groot. Mooi van kleur.

Maandag 7 juli:

Gisteravond is het gaan onweren en bliksemen. Op een gegeven moment stond de hele camping blank zo hard regende het. Wij hadden alleen maar veel last van muggen. Hoe ze binnen kwamen is ons een raadsel, maar tot ’s morgens toe hebben die krengen ons te pakken gehad. Met weer een aantal jeukende bulten erbij vertrekken we in de miezer regen en dichte mist. Het zicht is soms maar twintig meter.

 

Zodoende besluiten we door te rijden en niet de geplande trails te gaan lopen. We rijden langs het enorme meer. Plotseling zien we onze eerste eland langs de weg in het moeras staan. Hé, hé, eindelijk!! Als we in de buurt van Heron Bay komen regent het nog steeds en dus gaan we ook het Pukaskwa National Park niet bezoeken. Om een uur of vier wordt het af en toe droog en brengen we een bezoek aan de Eagle Canyon.

 

Hier is de langste hangbrug  (180 meter lang) van Canada, die op een hoogte van 45 meter de canyon overbrugt. Er is ook nog een kleine hangbrug van 90 meter lang met een hoogte van 37 meter.

 

Wij gaan ze alle twee over. Je kunt er ook nog abseilen, maar dat laten we aan anderen over. Op de wandeling terug zien we vier pestvogels. Langs de weg liggen een paar weiden vol met bloemen.

 

Een kleurrijk gezicht! We rijden door naar Thunder Bay waar we bij de Walmart overnachten. 

 

Dinsdag 8 juli:

Het is heel erg bewolkt, maar gelukkig nog droog. We vervolgen de Trans Canada Highway die heel goed te rijden is. Geen gaten, alleen maar strak asfalt. Er staat een witstaart hert langs de weg. We schieten weer lekker op. Ook steekt er een zwarte beer de autoweg over!  Af en toe valt er een buitje, maar soms komt de zon door. Zien weer veel blauwe irissen .

 

Onderweg zien we twee kleine vosjes langs de kant van de weg.

 

’s Middags gaat het flink regenen en daarom rijden we door tot Kenora waar we weer bij de Walmart overnachten.

 

Woensdag 9 juli:

Als we naar bed gaan en naar buiten kijken zien we een hert  op 10 meter naar onze camper kijken.

 

Dat de Canadezen onze camper mooi vonden wisten we al maar dat zelfs de herten komen kijken is toch wel heel bijzonder. Vanochtend weer vroeg op .Mede door het tijdsverschil, dat nu zes uur bedraagt ,rijden we al om 8.30 uur over de grens van de provincie Manitoba. Bij de grens krijgen we zoveel informatie over vogelpunten dat we meteen  enthousiast worden. We besluiten om de route door Manitoba aan te passen zodat we een aantal vogelpunten kunnen gaan bezoeken. Het eerste punt is in het Whiteshell Provincial Park.

 

Daar lopen we een trail door het bos en worden letterlijk opgevreten door de muggen. Bij het Alfred Hole Goose Sanctuary zien we een eastern  bluebird en een eastern wood pewee.

 

Onderweg  rijden we langs mooie meren met waterlelies en gele plomp. Aan moeras geen gebrek. Op een brug zien we veel boerenzwaluwen.

 

Bij Rainbow Falls zien we behalve een waterval drie amerikaanse witte pelikanen.

 

Die vissen daar hun kostje bij elkaar.Bij Pinawa bezoeken we een ruïne van een krachtcentrale. Daar zien we een yellow-bellied sapsucker

 

en een yellow-billed cuckoo.

 

Plotseling staan we oog in oog met een overstekende spruce grouse. De moederkip liep heel langzaam de straat over .

 

Ons de kans gevend om mooie plaatjes te schieten. Haar twee jongen vlogen daarna de weg over. Wat een geluk! Onze tweede hen! Moe maar voldaan gaan we naar het Birds Hill Provincial Park . Vinden daar weer een schitterend plekje. Er lopen veel ground squirrels rond.

Donderdag 10 juli:

Het is mooi weer. Een beetje bewolkt. We rijden eerst naar het Fort Whyte Alive. Dat is een 243 hectare groot natuur gebied vlakbij de stad Winnipeg. Er zijn verschillende trails, een natuurcentrum, bisons, prairiehonden  en een bezoekerscentrum. We zien op de trails : canadeese ganzen, hooded merganser met jongen

 

american goldfinch,

 

eastern kingbird, capped chickadee,downy woodpecker,

 

burrowing owl,  yellow wabler, red-winged blackbird met jongen, white-crowned sparrow en brewer’s sparrow. We zijn blij dat we een paar dagen hebben uitgetrokken om te vogelen, want dat vinden we alle twee toch het leukste om te doen. We gaan weer verder via de 101 en daarna de 6. Slaan bij de 411 af. Helaas is dat een gravelweg. Het stof kruipt weer in alle kieren. Onderweg komen we langs het laatste stukje prairie dat nu beschermd wordt. Er is nog maar één procent over van de oorspronkelijke prairievegetatie. Bij Ambroise Beach komen we uit bij het Lake Manitoba. Hier is niets te zien. We rijden een stukje door en dat is een goede keuze. We komen uit bij een strand waar veel boomstronken liggen. Ideaal voor de vogels! We zien yellow-headed blackbird

 

met jongen, baltimore oriole, yellow wabler, gray carbird, eastern kingbird, marsh wren, black tern, forster’s tern

 

 

en killdeer. Er vliegen witte pelikanen boven ons. Die blijken even verder in het water op een rots te zitten. Samen met veel aalscholvers. Het was wel heet en de muggen waren er ook weer in grote getale, maar het was weer super. We rijden door naar Brendan om bij de Walmart te gaan overnachten.

Vrijdag 11 juli:

Maken er vandaag weer een rijdag van. De navigatie aan, de cruise controle op 100 en zo kunnen we kilometers maken. Dat moet ook wel want de afstanden zijn enorm! Onderweg grote gele velden vol met bloeiend koolzaad. Het geel schittert in de zon. Er staat een stevige wind en het is een beetje bewolkt. Ook laat de zon zich regelmatig zien. Bij de grens van Manitoba en Saskatchewan gaan we eerst naar de toeristeninformatie en daar horen we meteen dat de klok wéér een uur achteruit gaat. We zitten nu op een tijdsverschil van zeven uur. We gaan naar het Buffalo Pound Provincial Park. Daar hebben ze geen plaats en dus nemen we een dagticket en lopen een boardwalk. We zien een groep forster’s sterns en enkele zwarte sterns. Ook zwemt er een meerkoetje. Daar zijn er niet veel van hier. Er komt ook nog een ruddy duck langs.

 

In de lucht een groep vliegende amerikaanse witte  pelikanen. Het landschap wordt glooiend  met meren. Er zijn hier veelal veeteeltbedrijven . Rijden verder door Regina en Moose Jaw om te stoppen bij het Chaplin Nature Center, een  paradijs voor watervogels vanwege de combinatie van zout water en de aanwezigheid van kleine garnalen. Het Chaplain Lake is een Western Hemisphere Shorebird Reserve geworden. Daar het centrum gesloten is gaan we op de camping in het  dorp staan en keren we daar morgen terug .

Zaterdag 12 juli:

Als we bij het centrum aankomen blijkt dat we geluk hebben en mee kunnen met een shuttle voor een rondleiding door het gebied. Het gebied omvat een van de grootste zoutwatermeren met meer dan 30 soorten kustvogels. Wij bewonderen de american avocet,

 

de killdeer, de marbled godwit, de sanderling,slopeenden met veel jongen,

 

de willet en als klap op de vuurpijl de piping plover.

 

 

Verder zagen we honderden wilson’s phalaropes.

 

Op het hek een upland sandpiper. 

 

Na twee en een half uur gaan we weer verder. We stoppen op de dijk bij het Reed Lake. Daar zwemmen veel geoorde futen met jongen. Een geweldig gezicht als je ziet hoe de jongen zich verstoppen onder moeders vleugels.

 

 

 

Er vliegen california  gulls, franklin gulls en ring gulls boven het water. We rijden daarna door een saai landschap met alleen maar heuvels met gras naar de grens met Alberta. Alweer een provincie verder. We halen de nodige informatie bij het visitorcentrum en rijden naar Redcliff waar we bij een camping municipal een plaatsje in de schaduw vinden. Het is nog lang warm.

Zondag 13 juli:

We staan alweer met zon op. We vervolgen de Trans Canada Highway en zien twee edelherten langs de weg.

 

Ze zijn echt schitterend en poseren perfect voor ons. Via de drukke stad Calgary, waar we dwars door heen moeten, komen we in een ander landschap terecht. De bergen worden hoger en er komen weer meer dennenbomen. De Rockies liggen in de wolken en zijn niet echt helder. We rijden naar het stadje Banff waar we informatie halen. Daarna gaan we richting Lake Minnewanka waar we op de  Two Jack Main een mooie plek in het bos krijgen. Het is erg warm en er staat geen zuchtje wind. 

Maandag 14 juli:

We rijden vroeg naar het Minnewanka Lake. Jammer dat de Rockies in nevelen gehuld zijn. Aan de kant van de weg staat een groep bighorns met twee jongen.

 

We nem de Bow Valley Parkway. hier is het een stuk rustiger dan op de highway waar ook het vrachtverkeer door het park raast! De meeste trails zijn gesloten. Steken de highway over naar de 93. Rijden dan door het Kootenay National Park. Daar komen we over de Vermillion Pass met een hoogte van 1640 meter. Bij Marble Canyon lopen we een trail.een mooie canyon, heel diep met hard stromend melkachtig water.

 

Er staan veel mooie bloemen en we zien een red squirrel.

 

Gaan verder naar Paint Pots, een ijzerrijke bron.Langs de kant van de weg zien we mule deers. Onderweg naar Vermillion Crossingstaat een groep mountain goats op de helling. de oudere dieren zijn  duidelijk in de rui. Er zijn ook een paar jongen bij.

 

Bij Crook Meadowsis een jonge zwarte beer zich te goed aan het doen aan de vele bessen die er groeien. hij heeft vast erge trek, want hij merkt de fotograferende toeschouwers niet op. Daar het erg heet is maken we een ijsstop bij Radium Hot Springs, waarna we de 95 naar Golden nemen. we passeren een beschermd wetland, waar we tot twee maal toe inrijden, maar helaas op twee dikbekfuutjes en twee groete zaagbekken niets anders kunnen waarnemen.Wel nog twee visarenden op het nest. In Golden vinden we een mooi plekje op de camping municipal.

Dinsdag 15 juli:

Een niet geplande rustdag i.v.m. laptopproblemen. Moeten een nieuwe laptop aanschaffen, laten instaleren en uitproberen. Verder doen we de was, en werken het verslag bij. nNa het onweer van gisterenavond is het niet afgekoeld. Het is nog erg warm. nu missen we wel een airco!

Woensdag 16 juli:

Na een aantal uren met Pascal online zijn we wel wat verder gekomen met de programma's op de laptop,
maar het Adobe fotoprogramma staat er nog niet op.
We vertrekken toch richting Yoho National Park.De kilometerteller geeft aan dat we al 10.000km.er op hebben zitten. We rijden weer over een 1600 meter hoge pas het park binnen. Het is weer erg druk op de highway en
we zijn blij als we linksaf kunnen slaan naar Emerald Lake. De weg gaat soms erg stijl naar boven en
er zijn  een paar fikse haarspeldbochten bij. Maar de omgeving is adembenemend mooi!Het Emerald lake is
een juweel van een meer en azuurblauw

 

en de bezoekers zijn bijna allemaal aziaten, die overal foto's van
maken.Even verder op gaan we weer linksaf naar de Takakkaw Falls.Een van de hoogste watervallen van Canada.


We zien ook nog een witte orchidee, waarvan we de naam nog niet weten.

 

Als we weer de Trans Canada Highway opgaan
slaan we linksaf naar de Icefiels Parkway.Dit is een 230 km. lange weg door werkelozen aangelegd met azuurblauwe meren, watervallen, gletsjers en de beroemde Columbia Icefields

 

.We gaan naar Mosquito Creek, een schitterende camping aan de Bow River met uitzicht op de Dolomite een berg van 2782 meter.



Donderdag 17 juli:
Staan vandaag om half zes op om te proberen zoveel mogelijk wildlife te zien.Het begon al goed met twee white-tailed deer.


Maar daar bleef het bij jammer genoeg! We zien onderweg de Bow Glacier, een grote gletsjer met veel ijs.
Maar de lucht werd steeds grijzer en al gauw bleek dat rook te zijn.Het hele gebied tussen Waterfowl Lake en Rampart Creekbleek onder vuur te liggen. Konden we ook de afslag bij Saskatchewan River Crossing niet nemen, die was afgesloten.
Daarna werd het steeds donkerder en begon het al gauw te gieten.De schitterende bergen verdwenen in de wolken en de mooie blauwe meren verloren hun mooie kleur. Als we bij het Icefield center aankomen is het even droog, maar niet lang.


We bezoeken de Sunwapta Falls en de Athabasca Falls in de regen.Ondanks dat toch heel indrukwekkend.

 

In Jasper gaat de
computer bij het opstarten kuren vertonen en het duurt een paar uur voor we weer gerust adem kunnen halen en alles weer werkt zoals het hoort. Nu maar hopen dat dat zo blijft.Op de camping Lucerne van het Provincial Park Mount Robson vinden we een mooi plekje in het bos.Even hebben we de zon gezien, maar al gauw rommelt het boven en gaat het weer regenen.
   
Vrijdag 18 juli:
Vertrekken weer vroeg richting Jasper en nemen daar de 16 naar Hinton.Onderweg zien we twee edelherten aan de kant van de weg.

 

Op de spoorlijn loopt een zwarte beer

 

.Later nog een keer een edelhert. In Hinton vinden we een computermannetje die voor ons enkele problemen kan oplossen. We kunnen twee uur later de computer weer ophalen.Ondertussen gaan wij de Beaver Boardwalk lopen.Een schitterende wandeling. We zien een ijsvogel, een ijsduiker,

 

common yellowthroat en een red-breasted nuthatch.De weg is soms goed en soms vol met kuilen en gaten. De omgeving schitterend met veel moeras, meren en heel brede rivieren.We zien echter geen wild meer. Hoe dichter we bij Grande Prairie komen hoe erger de rook wordt die in de lucht hangt.De hele stad stinkt er naar. We gaan daarom maar bij de Walmart staan.

Zaterdag 19 juli:

 Gaan eerst naar het bezoekerscentrum om de website bij te werken. Gelukkig, het werkt! Rijden naar Dawson Creek. Het is bewolkt en af en toe regent het flink. Het is 18 graden! Het landschap verandert in akkervelden vol met koolzaad en weiden.

 

In British Coumbia moeten we de klok weer een uur achteruit zetten. Het tijdsverschil is nu negen uur. Na Fort St. John zoeken we een plekje op het Charlie Lake Provincial Park. Het is er erg nat, maar er is plaats! We lopen nog een trail naar het meer. Het is flink klimmen en de muggen zijn erg vervelend!
Zondag 20 juli:
We nemen de 97 . Een zeer drukke weg met grote trucks die van en naar de olie en gaswinningsvelden gaan. Ze rijden erg hard. Soms krijgen we een reuze stofwolk tegen de camper aan. Ook komt er af en toe een fikse bui over ons heen. Daardoor is de camper weer erg smerig geworden. We hadden hem vanochtend nog gewassen. Maar tevergeefs!  Later komt de zon weer te voorschijn. Na Fort Nelson wordt het een stuk rustiger. De weg is prima en het landschap wordt veel meer bergachtig. We zien slechts  een jonge beer onderweg.Bij het Tetsa River Regional Park vinden we weer een mooi plekje. Alleen barst het er van de muggen. Het heeft ook hier de laatste dagen flink geregend.We lopen nog even naar de snelstromende rivier.De muggen zorgen dat we weer snel naar het kampvuur terug gaan.
Maandag 21 juli:
We vertrekken om zeven uur vanaf de camping. Het is bewolkt, maar het ziet er naar uit dat het mooi weer wordt vandaag. In de buurt van Stone Mountain zien we drie caribous op de weg.

 

Whauw, dat begint al goed! De bergen zijn van massief steen en mooi van vorm en kleur. Even daarna zitten er vier steenbokken achter de vangrail. Ze laten zich mooi op de foto zetten.

 

Bij het Muncho Lake pauzeren we om het meer te bekijken. Jammer dat de zon er nog niet is, anders was het water nog blauwer geweest. Al gauw zien we onze eerste beer aan de kant van de weg. Hij doet zich te goed aan de klaver.

 

Gedurende de hele dag zien we er nog negen!! Bij Liad River Hot Springs gaan we in het hete water (40 graden!) zitten en lopen naar de Hanging Gardens, waar o.a.yellow monkey flower

 

en de kalm's lobelia  bloeien.

In het moeras zien we zonnedauw en parnassia. Als we vertrekken komt de zon erbij en wordt het lekker warm. Op de Alaska Highway zien we een eland met een schitterend gewei.

 

De weg is heel afwisselend met enorme rivieren. De eerste bisons lopen langs de weg en bij Coal River zien we een hele kudde van wel tachtig dieren!!

 

Later nog enkele! Een indrukwekkend beest is het zo'n bison en dan zo dichtbij!!

 

Vlak voor Watson Lake zien we aan de kant van de weg een moeder eland met jong. In |Watson Lake zoeken we een gouvernementscamping. We maken gelijk een vuurtje om de muggen weg te jagen. Jammer genoeg begint het een uur later weer te regen en trekt het helemaal dicht. Maar zo'n geweldige dag neemt niemand ons meer af!
Dinsdag 22 juli: 

 Het heeft vannacht flink geregend, maar nu is het droog. Wel erg bewolkt. We brengen eerst een bezoek aan het Wye Lake in Watson Lake. We lopen de boardwalk, maar geen vogel te zien. Jammer! Eerst naar het bezoekerscentrum om de Signpost Forest, een beroemde attractie die ooit begonnen is door Carl Lindley in 1942 die aan de Alaska Highway werkte en een bord van zijn geboortestad ophing aan een paal omdat hij heimwee had, te bezoeken.

 

Daarna  weer verder de Alaska Highway op. Het Albert Creek Bird Observatory is slecht bereikbaar en er is niets te zien. We stoppen verder bij de Rancheria Falls Recreation Site. De waterval is klein en niet spectaculair. Onderweg zien we een berin met drie jongen! Een geweldig gezicht die kleine zwarte beertjes die met hun neus in het gras wroeten.

 

Vlak voor Teslin zien we nog een zwarte beer in de berm. Opvallend is dat de bermen voorzien zijn van honderden namen die mensen met grote keien daar gemaakt hebben. Schijnt dat in 1990 een groep sporters daar mee is begonnen en zie het resultaat na 34 jaar! We rijden over de langste brug op de Alaska Highway van 584 meter de Nisutlin Bay Bridge.

 

We gaan op de Good Sam camping staan in Teslin en komen in het zonnetje heerlijk een beetje bij. 's Avonds staat er een mooie regenboog aan de dreigende hemel.


Woensdag 23 juli:


We gaan weer de Alaska Highway op richting Whitehorse. Het is prima weer, de zon schijnt!We rijden eerst langs het Teslin Lake. Er is een ringstation voor vogels, maar dat is nu helaas gesloten.

 

Bij Deadman Creek zouden we speciale schapen moeten zien, maar die waren er vandaag niet! Onderweg laat het wildlife zich niet  zien.  De weg is goed op enkele stukken gravel na die wel goed worden aangegeven met oranje vlaggetjes. Bij Jakes Corner staan oude bouwsels voor de cliff swallows. Er zitten nog enkele paartjes in. Bij Swan Haven zien we een groot meer dat in april duizenden trompetter en toendra zwanen herbergt, evenals ganzen en eenden.Wolven en coyotes jagen dan op het bevroren meer.

 

We gaan in Whitehorse naar het visitor center. Kunnen daar internetten, maar over de Inside Passage hebben ze niets. We gaan naar een reisbureau en die weten precies hoe het werkt. We gaan van 21 augustus tot 2 september met de ferry verschillende plaatsen aandoen zoals Juneau, Sitka, Petersburg,Kechikan en Prince Rupert. We vertrekken vanaf Haines. Maar nu gaan we weer verder. De hoge bergen voor ons zijn bedekt met sneeuw. Bij Pine Lake gaan we op de camping staan. Er bloeien blauwe en witte bloemen onder de dennenbomen.

 

Donderdag 24 juli: 

We gaan vanochtend eerst naar de informatie. Daar hebben ze goed internet en kunnen we de website weer bijwerken. We gaan vervolgens naar Haines Junction en halen bij de bakker een brood en bear pepperspray.

 

Daarna gaan we goed uitgerust en relaxed de eerste trail in het Kluane National Park lopen bij de Dezadeash River. Er bloeien veel bloemen langs het pad.

 

 

 Monkshood

Ook ligt er verse berenpoep. Maar de eigenaar zien we gelukkig niet. We zien een olive-sided flycatcher en een jonge yellow-bellied sapsucker

 

 

Gaan verder over de Haines Highway richting Haines. Aan beide kanten van de qeg zie je uitlopers van het Elias gebergte.De hoogste berg is bijna 6000 meter hoog!

 

Lopen een trail bij de Auriol. Hier zien we een groepje white-breasted crossbills

 

en ook veel mooie bloemen. Jammer dat de muggen ons lekker vinden. Als je even stil staat slaan ze ongenadig toe. We rijden weer verder en zien een beer langs de kant van de weg vlak bij de campground waar we willen gaan staan.

 

Daar vinden we een geweldige plek met voor uitzicht op de sneeuwbergen en achter ons een groot meer met nog meer sneeuwbergen. Zitten nog even buiten bij het kampvuur tot er weer een regenbuitje komt.
Vrijdag 25 juli:

Na een regenachtige nacht met veel wind doet nu de zon zijn best om door te wolken heen te breken. We rijden richting Haines Junction en vervolgen daar de route op de Alaska Highway. We lopen de Spruce Beetle Interpretive Trail waarbij we de gevolgen van de kever voor de bomen met eigen ogen aanschouwen. We zien nog wilde blauwe geraniums.

 

De bermen zijn helemaal begroeid met gele bloemen.

 

Bij het Sulphur Lake genieten we van onze lunch. De bergen in het Kluane National Park zijn van ongekende schoonheid. We kijken onze ogen uit. De ene gletsjer is nog groter dan de andere.

 

En als we bij het Kluane Lake komen zien we een enorm groot meer met blauw water waar we de bergen met de sneeuw in spiegelbeeld zien. Wat een adembenemend gezicht. We stoppen bij Congdon Creek Campground, die aan het genoemde meer ligt. Het is weer een gouvernementscamping waar we de laatste dagen steeds gebruik van maken. Logisch ook, je betaald er 12 dollar en krijgt er hout voor het kampovuur bij. Je doet je geld in een envelopje en alles is klaar. Fantastisch geregeld vinden wij!

 

Zaterdag 26 juli:
Vanochtend is het water van het Kluane Lake niet meer blauw maar grijs. Wat een verschil met gisteren! We rijden verder op de Alaska Highway en langs het onwijs lange Kluane Lake. Het is erg bewolkt en onderweg heeft het al geregend. We zien de eerste trompetter zwanen met een jong op het Pickhandle Lake. Later zien we nog eens twee paartjes.

 

Langs de kant van het meer zit een bald eagle.

 

Even later vliegt hij over met een grote vis in zijn poten. Verderop zit een konijn langs de kant.

 

De weg is soms erg slecht met grote gaten. Gelukkig staan er oranje vlaggetjes. We wanen ons weer in Zuid Amerika.

 

Voor Beaver Creek zijn ze aan de weg aan het werk en dat voor maar liefst honderd kilometer!! Op het Swan Lake zien we een visarend. Langs de kant van de weg zien we plotseling een nothern hawk owl zitten die zo te zien door een auto is geraakt en niet meer kan vliegen.

 

We rijden naar de grens en krijgen daar een visum van een half jaar. We moeten daar ieder zes dollar voor betalen!

 

Even verderop is een bezoekerscentrum van het Tetlin Wildlife Refuge en daar melden we waar we het uiltje langs de weg zagen. Ze sturen er een bioloog op af. Gelukkig! De weg aan amerikaanse kant is duidelijk beter en al gauw vinden we een campground van het Wildlife Refuge en nog wel gratis ook. We staan aan een mooi meer en ook de zon komt nog te voorschijn. Wat willen we nog meer?
Zondag 27 juli:  
We rijden naar Tok (spreek uit Took!) en het regent en het is koud! Na een bezoek aan het visitorcenter doen we boodschappen, pinnen dollars en gaan naar de liquoer store. De wijn is hier veel goedkoper dan in Canada. Dat is mooi meegenomen. Even later ziet Cock aan de kant van de weg een elandkoe.Maar die is snel het bos weer in. Een paar likometer verder aan de andere kant bij een meer zienwe twee trompetter zwanen.

 

En er loopt ook een elandkoe door het water die zich te goed doet aan de waterplanten in het meer. Zij neemt alle tijd en geeft  Cock de kans om foto's te maken.

We gaan weer verder . Hebben af en toe een buitje en langzaamaan wordt het droog. We nemen een camping aan de Glenn Highway: de Tolsona Wilderness Campground .

 

We vinden een mooi plekje aan de rivier  en zien al gauw twee ijsvogels langsvliegen! Ook zitten er crossbeaks en gray jays. We hebben hier stroom, water en  wifi, dus we zitten hier goed.
Maandag 28 juli:

Blijven nog een dag op deze camping. Het is er heerlijk rustig.Het weer is prima. De zon schijnt. We hebben internet, dus kunnen we de website bijwerken en verder relaxen we.  's Avonds gaat het regenen en nog flink ook.
Dinsdag 29 juli:
Vanochtend staan we op met de zon. We rijden terug naar de Richardson Highway. Onderweg hebben we een adembenemend uitzicht op de toppen van de bergen in het Wrangell-St Elias NP. de Mt.Drum(3661),Mt.Zanetti(3965),Mt. Wranggell (4317) en Mt. Blackburn (4996). 

 

 

Terug in Glenallen zien we de brede Copper River, die helemaal bruin is van de modder. We rijden naar Chitina en hebben uitzicht op de Copper River, waar men met fishweels  de vissen uit de troebele rivier vist.

 

Er wordt flink aan de weg gewerkt en de vertraging is soms twintig minuten, waarna je achter de pilotcar verder mag. De hele weg was vroeger een spoorlijn en is tot Mc Carthy 60 mijl lang. Het eerste stuk is best te rijden, maar na de brug belanden we op slecht  gravel met veelal wasbord. We komen bij de 80 meter hoge brug over de Galahina.

 

Daarna besluiten we niet verder te gaan. De weg is te slecht. We gaan dezelfde weg weer terug, met hobbels en vertraging en vinden aan de Richardson Highway een State Park genaamd Squirrel Creek waar we een rustig plekje vinden bij het meer.


Woensdag 30 juli:

We vervolgen de Richardson Highway om bij mijlpaal 72 het eerste uitzicht op de Worthington Glacier te hebben. De wolkenband ligt gelukkig aalleen maar in het midden zodat we het grootste deel van de gletcher nog kunnen bewonderen.

 

Even verder bij mijlpaal 30 kunnen we dichter bij de gletcher komen en zien we zelfs het blauwe ijs. Hij is werkelijk adembenemend!

 

We rijden over de Thompson Pass, een pas van bijna 3000 meter. We lopen een stuk en zien veel ground squirrels wegschieten. Er bloeien weer veel mooi bloemen.

 

De weg gaat steil naar beneden en daar ligt een zeer oude gletcher met veel puin erop. We zien het water uit het ijs druipen

 

en ook een hele tunnel die er is ontstaan. Verderop de Bridal Veil Falls, een mooie waterval.

 

We komen steeds dichter bij Valdez en natuurlijk de eerste meters van de Trans Alaska Pipeline, die in 1970 is aangelegd om de ruwe olie van de olievelden van Prudhoe Bay naar Valdez te brengen en daar oplaan en in tankers te laden eb te vervoeren naar het zuiden om geraffineerd te worden. een pijpleiding van 1237 km. In 1989 is det anker Exxon Valdez 50 km. voor de kust van Valdez  met 205 millioen liter olie aan boord vergaan. dat heeft heel veel schade toegebracht aan de wateren van de Prince William Sound.Na 15 jaar, toen waren we voor de eerste keer hier, is Valdez uitgegroeid tot een levendige haven. We brengen eerst een bezoek aan de Solomon Gulch Trail Daar kijken we onze ogen uit naar de hoeveelheid zalmen die daar in de baai zwemmen

 

 

en door meeuwen verslonden worden. Ook de amerikaanse zeearend houdt wel van deze gedekte tafel. Ze zitten met tientallen op de zandbanken te wachte op hun beurt. We horen dat hier 's avonds ook de beren aanschuiven aan de feesttafel. Dus gaan we een plekje zoeken op de camping en gaan we vanmavond terug. Echter dan pas blijkt dat beren ook niet gek zijn en zeker niet tussen al die mensen hun maal willen nuttigen. Dus geen beren! Die zitten volgens kenners hoger op langs de rivier. Rijden op de terugweg nog langs de Crooked Creek Fall waar we eindelijk de lang gezochte amerikaanse dipper te zien krijgen.

 

Donderdag 31 juli:
Blijven nog een dag in Valdez. We rijden eerst naar Dock Point Trail waar we een pad lopen. We zien struiken met mooie rode bessen en frambozen.

 

Verder veel planten die je in het regenwoud zou verwachten. Zoals lelies. Wew hebben uitzicht op de Kobuk River.We rijden de andere kant op van Valdez naar Mineral Creek.  Cock loopt nog een stuk van de Shoup Glacier Trail en ziet een paar Stellers Jay.

 

Ook zien we in de haven een aantal common terns.

 

We doen nog wat boodschappen en verder rustig aan. Morgen moeten we vroeg op om met de ferry van zeven uur over te steken naar Whittier.


 

Template design by Leonard