Maandag 1 september:
Gaan via de highway 5 richting Hope. Het eerste stuk is zelfs een zesbaans autoweg. Daarna wordt het vierbaans. We rijden langs hoge bergen, eerst flink omhoog dan weer steil naar beneden. In het dal loopt de Coldwater River.
Het is bewolkt en af en toe schijnt de zon. De temperatuur is prima. We stoppen in Hope om te tanken. We vervolgen onze route via de 1 en komen via Popkum en Chiliwack in Abbotsford. Er komen steeds meer Malls in de dorpen. In Langley rijden we rechtdoor naar Delta en via Ladner en de borden naar het George C. Reifel Migratory Bird Sanctuary. Dit vogelgebied aan de Fraser River is van internationaal belang voor de migratie langs de Pacific Flyway. Er zijn meren, natuurlijke getijde moerassen en slufters waar de watervogels en ander wildlife worden beschermd. Het ligt midden in vlak moerasland en wordt omgeven door farmland op Westham Island. We zien veel kleine en grote geelpootruiters (lesser en greater yellowlegs),
watersnippen (common snipes), sora (waterral), willson's pharalopes (grote franjepoot), slobeend (northern shoveler),
witbuik reiger (three colored herron),
kaneel taling (cinnamon teal), pijlstaart (northern pintail), grote blauwe reiger (great blue herron) jonge zaagbekken (red-breated merganser) en drie canadeese kraanvogels (sandhill cranes)die over ons heenvlogen Al met al is alleen de waterral nieuw voor ons.
We zijn voor de overwinteraars dus weer te vroeg. Wat nog meer opvalt is de drukte. Er lopen nog heel veel ouders met kleine kinderen. Wij hadden gehoopt dat de schoolvakanties nu wel afgelopen waren. We gaan naar de grens, waar het ook heel erg druk is. In Birch Bay hebben we een State Park uitgezocht en daar rusten we uit van weer een mooie dag.
Dinsdag 2 september:
Vandaag wordt Mikki alweer vijf jaar! Wat gaat de tijd toch hard! Als we opstaan regent het een beetje. We hebben de Birding Trails van Audubon gedownload en die gaan we vandaag gebruiken.We gaan eerst naar Point Whitehorn Road maar daar kunnen we niet in alleen fietsers!. Het volgende punt is Tennant Lake Wildlife Area. Daar is een uitkijktoren. Helaas is er niets te zien. De aangelegde tuinen zijn wel mooi in bloei
Aan hetmeer zit een ijsvogel.Op naar het volgende punt: het Whatcom Falls Park. Hier is een waterval en een groot donker bos met zeer oude bomen. Helaas gaat het hard regenen. We rijden naar de Walmart in Bellingham om een Roadmap te kopen. Dan naar het Larrabee State Park. Dat ligt mooi aan het water, maar de kampeerplaatsen liggen in het donkere bos. Daar het weer flink geregend heeft en de plekken daardoor nog triester lijken gaan we verder. Bij Skagit Wildlife Area: Samish Unit zien we verschillende open velden met red-tailed hawks en american krestels. Helaas is de regen weer spelbreker. De lucht is af en toe gitzwart en de wolkbreuken volgen elkaar op. We moeten af en toe aan de kant van de weg gaan staan omdat we niet genoeg zicht hebben.Bij Fort Casey Campground horen we dat alles vol is en dat kunnen we bijna niet geloven. Maar als we over de camping rijden blijkt het toch waar te zijn. We besluiten dan maar met de ferry naar Port Townsend over te varen. Bij het verlaten van de camping steekt een amerikaanse marter(american marten) de weg over. Wat een verrassing! Bij de ferry moeten we anderhalf uur wachten. In Port Townsend
vinden we bij de paardenbaan een camping en dus een plekje om te overnachten.
Woensdag 3 september:
Er staat een klein zonnetje aan de hemel. Het is droog en dat is na gisteren toch wel heel fijn. We gaan de 20 op en vervolgens naar de 101. Brengen een bezoek aan het Dungeness Audubon River Center. Bij de feeders vliegen towhees, finches, black-capped chicadees en een red-breasted sapsucker.
Op het laatste moment komt er nog een rufous hummingbird aanvliegen. We gaan verder naar het Dungeness Clallam County Park. Als we de camper op een mooi plekje hebben gezet lopen we de trail langs de kust naar het Dungeness National Wildlife Refuge.Daar is een observatieplatform waar je over het water kunt uitkijken. Ver op het water zwemmen common loon, roodhals futen en diverse meeuwen. Er is een Spit,
een dam in het water, van vijf mijl met een vuurtoren. Er ligt veel drijfhout op de dam. Aan de kant staan gele bloemen
Na een flkse klim naar boven lopen we terug naar de camping waar we heerlijk in het zonnetje genieten van een wijntje.
Donderdag 4 september:
De zon schijnt al vroeg uitbundig en de temperatuur is zeer aangenaam. Om hier in het regenwoud zo'n mooi weer te hebben is wel boffen.Als we vertrekken zien we een paartje californian quails met jongen.
We gaan terug naar de highway 101 richting Port Angeles. Daar slaan we af naar het Olympic National Park. Bij het Visitor Center gaan we even binnen voor informatie en daarna gaan we op weg naar Hurricane Ridge. Dat is een lange klim naar boven van 17 mijl. Wel een hele mooie klim. We komen aan bij het Visitor Center en lopen een trail. We zien nog een hertje lopen,
maar verder niets. Het uitzicht op de hoge bergen van de Olympic Mountains met o.a. Steeple Rock, Obstruction Peak, Mount Deception, Mount Cameron, Mac Cartney Peak, Mount Anderson, Crystal peak, Chimney Peak, Mount Dana, Dodger Point, Mount Seattle, Ludden Peak, Mount Ferry, Long Ridge, Stephen peak, Blue Glacier, Mount Carrie en Mount Fitzhenry is mooi,
maar kan niet tippen aan wat we in Alaska hebben gezien. We komen er ondertussen steeds meer achter dat we wel erg verwend zijn en dus gaan vergelijken! We gaan weer terug en nemen de kustweg langs de Strait of Juan de Fuca. Bij Salt Creek County Park zien we rino auklets en common murres in het water. Het park ligt schitterend, maar we vinden het veel te vroeg om te gaan staan. Onderweg is niet veel te zien, alleen een bald eagle op een strandpaal.We rijden naar het strand van Mora. Daar liggen komplete boomstammen op het strand. En het zijn ook niet van die kleine! Aan de overkant zitten veel bruine pelikanen.
Ook zien we hele groepen in de lucht. Op de camping is het wel heel donker, dus we gaan verder richting Hoh Rain Forest. Onderweg doen we nog een paar vogelpunten aan, maar helaas niets te zien. Bij het Hoh Rain Forest vinden we een plekje aan de rivier en zitten nog heerlijk buiten.
Vrijdag 5 september:
De zon straalt alweer en het is warm. Later zien we dat het maar liefst 32 graden is! Gaan eerst de trail, The hall of Mosses, lopen bij het visitorcenter. Een supermooie wandeling door het regenwoud waar de bomen heel dik zijn en tot in de hemel groeien.
Ze zijn begroeid met allerlei soorten mossen waarvan sommigen als slierten naar beneden hangen.
Op de grond liggen bomen te rotten die ook weer begroeid zijn met planten, mossen en boleten.
De zon maakt het plaatje adembenemend mooi! Hierna rijden we de 101 verder af en stoppen bij Ruby beach en Kalaloch om op het strand een kijkje te nemen. Er liggen overal grote boomstammen.
Het strand is opgebouwd met zand en kiezels.
Nemen de Moclips Road, een mooie en rustige weg naar het strand. Daar gaan we naar het Pacific Beach State Park , maar daar is een vliegerfestijn dus daar is geen plaats voor ons. Dus maar verder. Bij Ocean City State Park is het heel druk en zijn de plaatsen modderig en klein. En de prijs die je moet betalen in een State Park zijn niet misselijk! Zo rond de dertig dollar waar je niets voor hebt! De State Parken hebben geen geld meer, dus de bezoekers moeten betalen!!We besluiten om naar Aberdeen te rijden en daar dan maar bij de Walmart te gaan staan.
Zaterdag 6 september:
Besluiten de Scenic Byways Road te gaan rijden en nemen de 12 richting Centralia om bij Morton naar de 7 te gaan om het Mount Rainier NationalPark te gaan bezoeken. Het is echt een mooie weg met uitzicht op de Mount Rainier, een nog werkende vulkaan met heel veel gletchers .
Een fantastisch gezicht!In het park rijden we richting Paradise via een slechte weg met veel kuilen en gaten naar Cougar Rock Campground.Het is nog steeds heel mooi weer en lekker warm.
Zondag 7 september:
Gaan al vroeg op pad om naar Paradise te gaan. We rijden een landschappelijk mooie weg wel met gaten en kuilen. Zetten de camper op de parkeerplaats neer en lopen een korte trail daar alles erg steil omhoog gaat. We hebben mooi zicht op de mount Rainier met zijn gletchers.
Er staan nog wel enkele bloemen in bloei, maar in het voorjaar moet het hier geweldig van kleur zijn. We zien blauwe gentiaan, rosy spirea, cascade aster.
Het is heet, wel zo'n dertig graden.We gaan verder langs het Reflection Lake. Jammergenoeg is de reflectie niet zo mooi als we hadden gehoopt.
Na heel veel haarspeldbochten komen we bij de oostingang aan en slaan rechtsaf om via Ohanapecosh het park te verlaten en de 12 te nemen richting Naches.Deze weg voert langs kale bergen rechts en basaltrotsen links. Er wordt veel fruit geteeld o.a.appels, peren en perziken
.Daarna gaat het verder naar Yakima. Vervolgens de 24 naar Richland. We rijden door een bergachtig gebied dat zeer droog is. Het lijkt wel een dorre woestijn! Er wordt veel hop gekweekt en verder zien we zeer grote farms met heel veel koeien. Het is ook een wijngebied. Gelukkig is er water in de buurt van de Columbia River, dus er kan gesproeid worden!
Voor Richland vinden we een Good Sam camping waar we internet hebben en dus de website weer bij kunnen werken. Tevens kan er ook weer gewassen worden! Kunnen we er weer even tegen.
Maandag 8 september:
Na een warme nacht met veel lawaai van de airco van de buren (leek wel een vrachtwagen met een draaiende motor!) werden we om zeven uur gewekt door een fluitende trein die weer erg dicht langs de camping langs reed. Maar niet getreurd de zon schijnt en het is licht bewolkt. Zo'n 30 graden! We doen eerst boodschappen en tanken en gaan dan op weg naar de grens met Idaho. Onderweg bezoeken we het Mc Nary National Wildlife Refuge. Er zijn wel veel blackbirds, maar het wordt eentonig verder niets. We nemen de 24 en rijden door de Juniper Dunes. Deze bergen doen hun naam eer aan, het zijn net duinen maar wel is het snoeiheet en dor en droog.
Daar waar water is sproeit men en zie je druiven, appels, mais en suikerriet. In de bermen zien we gele bloemen die de woestijn zonnebloem wordt genoemd.
Na een aantal kilometers geeft de GPS aan dat we af moeten slaan en dat doen we braaf, maar na een tijdje zien we niets anders dan droge woestijn zonder borden. We beginnen ons zorgen te maken of we wel goed zitten. Bij een opslagplaats met silo's is gelukkig iemand die ons kan helpen. Na een uurtje zijn we weer in de bewoonde wereld. Dat voelt beter. We zagen het niet zitten om met pech in zo'n verlaten land te moeten wachten tot er iemand voorbij zou komen! Het laatste gedeelte is saai en nog steeds erg droog. Er groeit echt alleen maar mais en er zijn dorre weilanden soms met een aantal koeien of stieren erin. We zijn blij als we bij Lewiston in Idaho een plekje vinden op het Hells Gate State Park.
Dinsdag 9 september:
Als toetje geeft de GPS vanmorgen nog maar een eenzame weg aan dwars door de bergen. Af en toe een huis met een schuur, maar dat is het dan. Gelukkig is het maar een kort stukje. Het is alweer heerlijk weer met een temperatuurtje van zo'n dertig graden! We vervolgen de route via de 95. Een werkelijk adembenemend mooie weg langs glooiende bergen begroeid met dor gras.
Er staat soms een eenzame boom. Op een van die bomen zien we een jonge lewis woodpecker zitten.We rijden constant langs de snelstromende rivier met aan de kant witte zandstranden waar we veel pootafdrukken van dieren zien. We bezoeken een zalm-hetchery waar per jaar 3 millioen Chynookzalmen gekweekt worden om na tien maanden te worden uitgezet. Aan de kant van de weg zien we een paar mountain quails. Even later gevolgd door california quails.
Bij New Meadows, een leuk wintersport-dorpje, slaan we af naar de 55. Dit is een gedeelte van de Payette Scenic Byway. Het eerste stuk is vlak en er zijn alleen maar weilanden met zwarte koeien. Er vliegen een aantal turkey vultures in de lucht afgewisseld door white-tailed hawks.Daarna een stuk met bergen begroeid met dennen. Even later weer vlak langs het Cascade Reservoir.
We gaan naar het Sugarloaf State Park. Dat is een van de zeven Cascade State Parks. We krijgen senior korting en voor $ 12.43 kunnen we overnachten.Op de weg erheen zien we een grote groep witte pelikanen en een amerikaanse torenvalk. De camping is schitterend gelegen met uitzicht op het meer
waar veel western grebes,
canadese ganzen, buffelheads, ring-necked duck, american wigeon en kildeers zitten.Het is hier echt genieten geblazen.
Woensdag 10 september:
Nog even genieten van de schitterende omgeving en de witte pelikanen voor we weer op weg gaan. Cock ziet nog een virginia wabler.
en een northeren goshawk.
We rijden de 55 af tot Banks en nemen daar de afslag naar lowman via de Wildlife Canyon Scenic Byway. Weer zo'n schitterende weg door de bergen en langs de snelstromende rivier. Het woord wildlife hadden ze wel weg kunnen laten, want dat hebben we niet gezien. We rijden het Boise National Forest in. Overal voorzien van kleine campings zonder voorzieningen. Bij Stanley Creek Overlook zien we drie bergrivieren in elkaar overgaan die meanderen door het land.
In het voorjaar en de herfst moet het barsten van de vogels, maar nu even niet! Bij Stanley Ranger Station bekijken we de ponds waar het wemelt van de american wigeons. Ook vliegen er mountain bluebirds rond op zoek naar insekten.
We brengen ook nog een bezoek aan het Alturas Lake. Daar zijn de campings dicht en bij de bootlaunch is niets te zien. We Hebben het Boise National Forest verlaten en rijden nu door de Sawtooth Range. We zien de northern rockies verschijnen, een imposant gezicht.
We rijden langs veel meren, de een met nog mooier blauw water dan de ander. In Ketchum vinden we een RV park waar we weer kunnen bijtanken.
Donderdag 11 september:
Het was vannacht erg koud en vanochtend schijnt de zon wel, maar is het nog fris. Via Hailey gaan we naar de Highway 75, waarna we afbuigen naar de 20. Dit is een mooie weg dwars door een woestijn begroeid met rubber rabbit brush omringd door glooiende bergen.
De bermen geel van de bloemen van de fernbush. Plotseling verandert het woestijnlandschap in een maanlandschap bedekt met zwarte lava.
We kijken onze ogen uit. Dit is wel heel bijzonder! Als we stoppen ziet Cock een coyote. Hij kan gelukkig nog net een foto maken.Bij het visitor center van het Craters of the Moon National Monument and Preserve krijgen we een brochure en kunnen we met de camper het park in. Onze pas komt weer goed van pas, we hoeven niets te betalen. We rijden de loop en lopen een trail . We zien mountain bleubird, rock wren, cooper's hawk en dusky flycatcher.
Af en toe schiet er een mini eekhoorntje onder de lava uit. we zien ook nog mooie bloemen o.a. blazingstar,
fernbush, gland cinquefoil en dwarf bucwheat. De lava komt van verschillende vulkanen, bekend onder de naam The Great Rift. De eruptie begon 15.000 jaar geleden en de laatste vond 200 jaar geleden plaats. We vervolgen onze route en gaan via de 20 naar de 33. Weer een mooie weg met veel groene weilanden met koeien. Onderweg zien we veel white-tailed hawks en turkey vultures. We gaan naar het Camas National Wildlife Refuge waar we wilson wablers, amerikaanse stekelstaarten
en twee sandhill cranes zien. Op de 33 steken plotseling drie pronghorn antilopes over. Cock is gelukkig snel genoeg om er een vast te leggen.
Die hebben we nog nooit gezien! We rijden door naar Rexburg en vinden een plekje op het Waiside Lake RV Park.
Vrijdag 12 september:
Het heeft vannacht flink gevroren wel 9 graden! Maar als we opstaan schijnt de zon alweer. Wat boffen we toch met het weer. We verlaten Rexburg en vervolgen de highway 20. Bij St. Asthon gaan we naar de 47 om de Mesa Falls Scenic Byway te rijden en de Lower en Upper Falls te bekijken. Daarna op naar Yellowstone! In West Yellowstone gaan we naar het visitor center voor de nodige informatie. We bespreken meteen een plaatsje op de Madison camping. Als dat gelukt is gaan we het park in. Bij de camping krijgen we uitleg over hoe te gedragen in het park en daarna gaan we op weg. We rijden de loop via Norris , Mammoth Hot Springs, Tower- Roosevelt, Canyon Village, Norris en terug bij Madison Campground. We zien veel geysers, heetwaterbronnen, modderpotten, fumaroles enlopen veel trails om ze te bereiken.
De vele kleuren maken het adembenemend mooi. We kunnen het niet laten weer heel veel foto's te maken. Onderweg zien we bisons,proghorn antilope, mule deer, een groep edelherten, een coyote
en een aantal vogels waaronder twee nieuwe soorten: townsend solitaire en clark's nutcracker.
Op de terugweg moeten we stoppen voor een groep van wel dertig bisons met jongen. Ze komen wel heel dicht langs de camper voorbij.
En groot dat ze zijn!! Moe maar voldaan nemen we ons plaatsje in op de camping. Het is er onwijs druk.
Zaterdag 13 september:
We hadden gisteravond problemen met de verwarming en daarom hebbenm we de camping in het park gecanceld en zitten nu op een RV park in West Yellowstone. Hebben de accu laten controleren, maar daar ligt het niet aan. We wachten af. Gaan in de middag naar het park en rijden de route naar Old Faithfull. Hier is een grote geizer. De weg naar West Thumb is wegens werkzaamheden dicht. We bezoeken het Biscuit Basin, het Midway Geyser Basin en rijden de Firehole Lake Drive. We zien veel kleuren en spuitende potholes.
Ook zien we regelmatig bizons, soms de hele kudde en soms een enkel exemplaar midden op de weg.
Verder nog een moeder met kalf edelhert.
Komen om zes uur weer terug op het RV park, waar het nu veel drukker is dan vanmorgen.Hopen dat het rustig blijft.
Zondag 14 september:
Doen het 's morgens rustig aan. Wassen wat, werken de site bij en na de lunch vertrekken we richting Yellowstone Park. Als we het park binnenrijden zien we meteen een mannetjes edelhert in de rivier staan.
Hierna gaan we richting Norris om daarna via Canyon Village richting Fishing bridge te gaan.Als we Canyon Village voorbij zijn nemen we de North Rim Drive richting Lower en Upper Falls. We zien de Yellowstone Riverin in een diepe canyon lopen.
Het is een mooi plaatje. Een visarend vliegt boven de canyon.
Rijden verder langs de Yellowstone River en brengen een bezoek aan de Mud Volcano. Hier zie je modderpoelen waar de kokende modder omhoogspuit. De kleuren kunnen niet tippen aan die van gisteren. We gaan naar een picnicplek in de Hayden Valley waar we vogels moeten vinden, maar weer helaas! Onderweg zien we nog verschillende kuddes bizons.
Er zijn er wel heel veel in Yellowstone Park! Brengen een bezoekje aan de plaatselijke chinees in West Yellowstone voor we weer naar de camping gaan.
Maandag 15 september:
Het wordt al een beetje saai, maar het is weer schitterend weer! Omdat de weg naar Old Faithfull afgesloten is in het park moeten we een hele omweg maken. We zijn nauwelijks het park in of er steekt een coyote over. Even later staan we in de file! Een paar bizons staan midden op de weg en een ervan heeft kennelijk geen zin om opzij te gaan. Aan twee kanten kunnen de auto's, bussen en campers niet voor of achteruit. Na een tijdje komt er beweging in de bizon en kunnen we weer verder. Op het volgende stuk staan een paar rangers het verkeer te regelen omdat een hele kudde bizons wel erg dicht bij de weg staan te grazen. Verderop staan nog diverse kuddes bizons. Als dat zo doorgaat zijn er over een tijdje alleen nog maar bizons in Yellowstone! We rijden van Yellowstone National Park door naar Teton National Park.
In dit park heb je zicht op de Teton Range, een keten van bergen tussen de 3000 en 4000 meter. Dus ook met gletchers en sneeuwtoppen. Dat blijft schitterend! Er is ook een dam aan het einde van het Jackson Lake die uitkomt in de Snake River.Bij Colter Bay brengen we een bezoek aan het visitor center en daarna rijden we naar de Signal Mountain Campground. Het is er wel al druk, maar we vinden een mooi plekje. Nemen daarna de camper en rijden door het park.
De herfstkleuren van de loofbomen zijn al geel en rood. Erg mooi!
Dinsdag 16 september:
Sinds gisteravond hebben we weer problemen met de accu. Het alarm ging op rood. Dus vanochtend vroeg op weg naar Jackson. We zien nog een paartje edelherten en twee elanden. De Teton Range ziet er geweldig uit in het zonlicht. Het is wel wat bewolkt, maar dat is ook wel eens een keertje lekker. In Jackson vinden we een bedrijf dat ons helpen kan. Er wordt een nieuwe accu in de camper gezet. De monteur knapt het klusje snel en kundig op en na een uurtje gaan we op weg. We nemen de highway 189 en rijden door een echte prairie. Alles is dor en droog. Wel zien we aan weerskanten van het dal bergen met schitterende rotsformaties in allerlei kleuren. Onderweg zien we een kudde van twaalf pronghorn antilopes.
Het zijn vrouwtjes met jongen. Even later ook twee mannetjes. Via Marbleton en Big Piney, twee dorpen die er niet uitzien, komen we bij een meer waar veel meerkoeten, fuutjes, trompetterzwanen, zwarte ibissen, witte pelikanen, aalscholvers, grote blauwe reiger, canadeese ganzen en steltkluten zwemmen. We vinden een plekje op de campground aan het water. Dit kan niet mooier. We kunnen vanuit onze stoelen genieten van de watervogels en ook de kleine vogels om ons heen. Er bloeit overal zeekraal.
Als ik een wandeling ga maken sta ik plotseling oog in oog met een american badger,
een wezelachtig dier dat gelukkig even blijft zitten om mij de gelegenheid te geven enkele foto's te schieten. Verder ziet Cock nog een cottontail rabbit en een northern harrier.
We genieten tot 's avonds laat van het schitterende weer en de fantastische omgeving.
Woensdag 17 september:
Het is bewolkt met een beetje zon. We vervolgen de highway 189 en rijden langs de Green River en tevens door het Seedskadee National Wildlife Refuge. Het dorre landschap wordt soms afgewisseld met mooie rotsformaties met verschillende kleuren.
We zien regelmatig kuddes pronghorn antilopes. Ook een mule deer kijkt ons van dichtbij aan.
We rijden zeven kilometer over een gravelweg naar de Flaming Gorge Campground. Als we daar aankomen blijkt de camping vanaf maandag gesloten te zijn. We bekijken de omgeving en zien een western tanager,
een white-crowned sparrow
en een swainson trush. Dan maar weer over het wasbord terug. Rijden naar Dutch John en vinden een plekje op de camping aldaar. Zitten ondertussen in Utah!
Donderdag 18 september:
En weer schijnt de zon. We gaan weer de highway 191 op . We rijden langs de dam die over de Red Canyon ligt
. Door het bos rijden we richting Vernal. De loofbomen in herfstkleuren zijn schitterend in geel en rood. Als we in Vernal aankomen kijken we onze ogen uit. Wat een grote stad! En met hele moderne gebouwen en winkels.Drinken koffie bij de Mac. (gratis!!) en internetten daar. Daarna op pad naar Duchesne . De weg gaat steeds steil omhoog en omlaag met veel haarspeldbochten. Aan weerskanten omlijst met bergen in veel kleuren en met allerlei vormen. Onderweg zien we veel mijnbouw. Ook staan er ja-knikkers voor de olie en opslagtanks voor gas. Zien een kudde berggeiten.
Vervolgen onze route met de highway 10 richting Price. Het is erg heet. Wel 30 graden! We stoppen op het State Park van Huntington. Het is er helemaal niet druk en we vinden een mooie plek. Gelukkig waait het er lekker en in de schaduw is het goed toeven.
Vrijdag 19 september:
Vertrekken vroeg om op tijd bij het Zion National Park te zijn. Het is vrijdag en dan zal het vooral op de campings wel druk zijn. We moeten daarvoor wel 450 km.overbruggen. De zon staat alweer te stralen aan de hemel. We rijden door een eentonig landschap met glooiende bergen. Later worden de bergen ruiger en komen er meer kleuren in. Het dal bestaat uit weiland met koeien afgewisseld met mais. Er wordt veel gesproeid en het gras is onnatuurlijk groen . Hoe dichter we bij Zion komen hoe drukker het wordt. In Springdale schrik je van de hoeveelheid auto's en de daarbij horende tioeristen. Het is een heel toeristisch plaatsje. In het park horen we dat de campings vol zij . We moeten toch maar even gaan proberen bij de Watchmann Campground, zegt de man aan de kassa. En ja hoor er is net iemand weggegaan. Dus hebben we toch een plekje! Dat is nog eens boffen. Als we even uitgerust hebben lopen we naar de shuttlebus en gaan we het park in. De busrit duurt 90 minuten en je kunt overal in-en uitstappen. We kijken onze ogen uit.
De rotsen zijn heel hoog en mooi van kleur. Bij de eindhalte lopen we een trail naar het einde van de kloof. De canyon is 24 kilometer lang en 800 meter diep, met hoog oprijzende wanden en hellingen. De canyon is uitgesleten door de Virgin River, en dankzij deze rivier heeft Zion Canyon nu een rijk gevarieerde flora en fauna. Ook zien we een steller's jay.
Als in het voorjaar de sneeuw in de bergen smelt, voert de rivier het puin en sediment af. Daardoor is het erosieproces dat Zion Canyon en de diverse zijdalen heeft gevormd, nog steeds gaande. We zien onderweg een groundsquirrel, een hagedis
en een paar mooie bloemen o.a. scarlet monkeyflower.
Als we weer teruggaan stappen we regelmatig uit om de verschillende rotsen te bewonderen.
Gelukkig is het op de camping buiten tot laat aangenaam. Binnen is het wel erg heet!
Zaterdag 20 september:
Hebben het erg heet gehad afgelopen nacht. Vertrekken al vroeg om op tijd in Bryce Canyon National Park een plekje op een van de campings te bemachtigen. De Scenic Byway is werkelijk schitterend. We rijden heel hoog de bergen in en moeten door twee tunnels waar je een permit moet hebben als je breder bent dan 2.40 meter. De grillig gevormde bergen aan weerskanten hebben allerlei kleuren. Zijn al vroeg bij het park en gaan naar de camping buiten het park om stroom te hebben i.v.m.de accu die nog steeds niet goed werkt. Daar rusten we weer even uit en gaan dan met de camper het park in. We rijden tot aan Rainbow Point op 18 miles en gaan daarna de punten aan de rechterkant van de weg bekijken.
Het zijn er maar liefst 18! Bryce Canyon is eigenlijk geen canyon, maar een serie van vreemdsoortige, natuurlijk gevormde amphi-theaters. De wanden daarvan bestaan uit zestig verschillende lagen zand-kalk-en leisteen.
In de amphi-theaters staan talloze zeer grillig gevormde rotsformaties in allerlei kleurschakeringen, varierend van wit, pastelroze, vurig oranje en rood tot knalrood. Deze rotspartijen (hoodoos) genaamd zijn door erosie ontstaan.
Sommige amphi-theaters zijn werkelijk adembenemend mooi. Ook werkt de temperatuur hier aardig mee. Het is een graad of twintig en tegen de avond wordt het zelfs fris! Heerlijk!
Zondag 21 september:
Het heeft vannacht flink geregend en als we opstaan regent het nog. De lucht voorspelt niet veel goeds. We vervolgen de Scenic Byway 12 en rijden door het Dixie National Forest.Een werkelijk schitterende weg met aan weerskanten geweldige rotsformaties.
Na Tropic gaan we klimmen en komen op het Table Cliff Plateau van 9.293 foot. Het gaat heel steil omhoog en vaak hebben we niet eens een vangrail! De aspen zijn er geel en rood gekleurd. We rijden langs het Grand Escalante National Monument. De Escalante Canyons zijn schitterend. Wat een rotsen en wat een kleuren! We zien witte, rode, grijze en bruine rotsen en grillige vormen.
Soms lijken ze ergens op bijv. een kasteel of een schoorsteen. Ook Capitol Reef National Park laat ons vooral rode rotsformaties zien. Aan de linkerkant van de weg is een rots waarop tekeningen van Fremont-Indianen te zien zijn.
Om een uur of twaalf wordt het droog. En af en toe komt de zon door de wolken heen. De 24 na Hanksville voert ons door een dor woestijn landschap en is eindeloos recht. Daarna volgen we de highway 70 naar Green River en bij Crescent Junction de 191 naar Moab. Vlak voor Moab vinden we een plekje op de Riverside Oasis camping aldaar die aan de Colorado River ligt.
Maandag 22 september:
Staan al om half zeven op om naar Arches National Park te gaan. Drie honderd miljoen jaar geleden bevond zich in dit gebied een zee. Het water droogde op en er bleef een dikke laag zout over. Dit zout werd bedekt met diverse lagen zand. De onderste lagen zand versteenden. De op deze manier gevormde rotslaag noemen we Entrada Sandstone. De zoutlagen konden het gewicht niet aan en werden vanonder de rotslaag vandaan geperst. Door die krachten ontstonden lange parallel aan elkaar gelegen barsten. Allerlei eroderende krachten kregen nu vrij spel: water, wind, ijs, kou en hitte slepen de barsten steeds verder uit. Zo ontstonden uithollingen in de richels. Die uithollingen werden steeds verder uitgeslepen waardoor op veel plaatsen openingen ontstonden. Op deze manier hebben zich in dit gebied wel 200 bogen gevormd. De toegangsweg gaat steil omhoog en we zijn benieuwd wat we te zien krijgen. Tot nu toe zien we nog geen enkele boog! We rijden door tot bij de Devils Garden Campground en parkeren daar de camper en lopen de trail naar Landscape Arch.Dit is de grootste boog in het park
en heeft een overspanning van 93 meter en is 32 meter hoog. Jammer dat het erg bewolkt is. Onderweg zien een western scrub-jay en enkele mooie bloemen o.a. de zonnebloem
southwestern thornapple(witte kelk) en de hoary aster. Daarna gaan we naar de Broken Arch, die helemaal niet gebroken is
Daarna naar de Sand Dune Arch, dit is een kleine boog die helemaal omsloten wordt door hoge rotsen.verderop maken we een wandeling in het Fiery Furnace gebied. Dit is een doolhof dat is opgebouwd uit zandstenen
rotswanden. Gaan daarna naar Moab waar we tanken en boodschappen doen. Nemen de 128 naar het oosten. Dit is een onwaarschijnlijk mooie weg met in het midden de Colorado River en aan weerskanten hele hoge rode rotsen in de mooiste vormen.
Soms heel steil en soms heel grillig. Langzaam aan komt de zon steeds meer te voorschijn en het wordt alweer heet.Rijden verder over de 24, een weg door een dorre woestijn waar we een groep prairie dogs zien en daarna over de highway 70 naar het Colorado River State Park. Daar krijgen we een plek met stroom (door de accuproblemen kunnen we niet zonder!). Het is er heerlijk rustig.
Dinsdag 23 september:
We bezoeken eerst het Welcome Center in Fruita en daarna gaan we via de highway 50 eerst naar Delta en vervolgens naar Montrose. Daar kunnen we het chinese buffet niet weerstaan. Het was heerlijk! Vervolgen de highway 50 om bij het Black Canyon of the Gunnison National Park een plekje op de camping te zoeken en daarna het Visitor Center te bezoeken. Daar bekijken we een film over de canyon. Lopen een trail naar de canyon die heel indrukwekkend is. De bodem van de trail is begroeid met pinyon pine, gambel oak en utah juniper.
Ook zien we yucca's. Alle planten , bomen en struiken zijn kleiner dan normaal, wat te maken heeft met de extreme omstandigheden waarin ze moeten groeien. De Gunnison River heeft zich gedurende 2 miljoen jaar een weg gebaand door de zeer harde rotslagen aan de westelijke zijde van de Rockie Mountains. De kloof bereikt diepten van 600 meter en is niet meer dan 450 meter breed. We rijden de South Rim Road van 8 mijl lengte, een mooie weg met onderweg 12 verschillende viewpoints.
Het uitzicht is werkelijk adembenemend.
Wat een diepte! Moeilijk te beschrijven wat je voelt als je er boven staat. In de canyon zien we een white-throated swift, een red-tailed hawk en ook een golden eagle vliegen. ook zien we veel chipmunks.
Woensdag 24 september:
We vertrekken uit het park en vervolgen de highway 50 richting Gunnison. Langs de kant van de weg staan vier mule deers .
Het is een schitterende weg langs de Gunnison River. We genieten van de prachtige herfstkleuren onderweg.
We rijden door het Curecanti National Recreation Area. Hier heb je veel campings met selfregrestration vaak aan het water gelegen met visgelegenheid en een boatlaunch. Na Gunnison gaan we richting Salida en via Howard naar Cotopaxi waar we de A1 cutoff nemen naar Westcliffe. Het laatste stuk weg is erg mooi en voert ons over heuvels en door dalen. Daarna de Scenic Byway via Wetmore naar Pueblo. Zo scenic is de weg echter niet. Het landschap is vlak en heel dor. Er groeit geen boom! Het is bovendien ook nog erg heet! Bij Pueblo rijden we langs de dam naar een megacamping. Maar ook daar is het dor en droog. Gelukkig waait het nog een beetje. Hopenlijk koelt het vanavond wel een beetje aF!
Donderdag 25 september:
Gelukkig is het vannacht wel afgekoeld en hebben we goedn geslapen. Cock heeft alleen last gehad van een uil die heel dichtbij zat te roepen. Maar.. dat heeft toch ook wel iets aparts! De zon schijnt alweer volop als we vertrekken richting Pueblo, een hele grote stad omringd door dor en droog prairieland. We nemen de highway 50 naar La Junta. Hier wonen vast veel mexicanen, want je ziet veel spaanse namen op de borden. De weg is heel vlak en nu we het landschap zien snappen we meteen waarom de wegenkaart van Colorado voor de helft wit is! Er is danook bijna geen levend wezen te zien! We zien alleen dorre weilanden afgewisseld met besproeide akkers met mais, suikerriet of gras. Die laatsten zijn onnatuurlijk groen! Na Lamar zien we mega grote kuddes koeien bij mega grote farms. Je ruikt ze al van ver.En dat met die hitte! Wij hebben het zelfs zo heet dat we de airco aanzetten en dat doen we bijna nooit! Vinden een Countypark net over de grens met Kansas in Syracuse. We staan dichtbij het water. Als we even zitten zien we een hele familie scaled quails (een soort prairie kippen) langs lopen.
Wat een verrassing, die hadden we nog niet gezien! Jammer dat we aan een gravelweg zitten en dat de mensen geen rekening met ons houden, want door de droogte hebben we veel last van stof! Ook rijden er veel mensen op squads langs het meer en dat geeft veel lawaai. Hopen dat het vanavond rustig is.
Vrijdag 26 september:
Na een rustige nacht gaan we weer verder op de highway 50. De weg is recht toe recht aan, maar wel erg saai. Het enige voordeel is dat we wel hard opschieten.We zien alleen bewerkte en onbewerkte stukken land. Er wordt mais verbouwd en suikerriet. Maar verder is alles dor en droog. We rijden naar Great Bend. Daar hopen we het Quivira National Wildlife Refuge te vinden. Na een tijdje zoeken en vragen komen we bij het Cheyenne Bottoms Preserve terecht. Blijkt ook bij de Wetlands en Wildlife National Scenic Byways te horen.We zijn nu aan de noordkant. We krijgen de nodige tips en gaan op pad. De weg is niet al te best.
Al gauw zien we honderden blackbirds opvliegen. Het zijn yellow -headed en de red-winged blackbirds. Verder zien we onderweg witte pelikanen, grote zilver reiger, grote blauwe reiger, kwak, glossy ibis,
crackels, dikbek fuut, meerkoeten, northern harrier en heel veel monarch vlinders. Na een rondje gaan we naar een County Park in Ellinwood om te overnachten. Voor slechts acht dollar hebben we ook nog stroom. In de lucht vliegen wel twintig turkey vultures en tegen de avond vijf nachtzwaluwen! De klok is weer een uur voor uit gegaan en gelukkig koelt het 's avonds af. Het was weer erg heet vandaag!
Zaterdag 27 september:
Na een rustige nacht besluiten we toch eerst naar het Quivira National Wildlife Refuge te gaan. We weten nu hoe we er moeten komen. Het is wel een eindje om, maar we hopen dat het de moeite waard is. Het eerste dat we zien is het Big Salt Marsh, waar honderden witte pelikanen te zien zijn. Verder ziet het zwart van de steltlopers. Jammer genoeg kunnen we er niet dicht bij komen. We gaan naar het visitor center en constateren dat dat in het weekend gesloten is. Er is wel een uitkijktoren, maar door de lage waterstand zijn alle vogels te ver weg. Grote groepen witte pelikanen gaan de lucht in en geven een geweldige show weg.
De steltlopers vliegen op en dalen dan weer. Jammer dat we een maand te vroeg zijn anders hadden we hier honderd-duizenden sandhill cranes gezien en de kans op whooping cranes is hier ook aanwezig. Maar ja we kunnen niet alles hebben! Zien ook nog een vlinder(painted lady)
en een duif(mourning dove)
en een aantal black vultures.
Onderweg zien we veel gele kleine zonnebloemen in de berm .
Gaan daarna weer op pad en laten ons leiden door de GPS. Doen nog een Nature Center aan onderweg, maar daar is echt niets te zien. Zoeken een plekje op het Old Mill County Park en kunnen lekker in de schaduw relaxen.Ook hier verschijnen ineens wel een stuk of acht nachtzwaluwen.
Zondag 28 september:
Na een rustige nacht vertrekken we richting Kansas City. Bij de Mac Donalds aan de website gewerkt. Dat lukte de eerste keer niet en na anderhalf uur zijn we het bij de volgende Mac nog een keer gaan proberen en toen lukte het dus wel. Ja, we moeten er soms heel wat voor over hebben om de website bij te werken. Doen onderweg nog wat boodschappen, maar het is te heet om meer te ondernemen en we zijn dan ook blij als we weer een goed plekje vinden op het Lake Shawnee County Campground. Het is een mooi park aan een meer waar we heerlijk onder de bomen kunnen zitten.
Maandag 29 september:
Vandaag is het weer mooi weer en we gaan naar de Legends Outlet in Kansas City. Na een stuk tolweg van vijftig kilometer en een bedrag van $2.75 !! komen we om elf uur aan bij een groot complex. We vinden Old Navy, Aeropostal, Gap en Tommy. Alleen Tommy kan ons bekoren en we kopen er een aantal dingen voor Cock. Maar eigenlijk is het veel te warm en al gauw doen onze voeten zeer. We gaan een hapje eten en hebben daarna geen zin meer om verder te winkelen. We nemen het eerste state park dat we tegen komen en dat is het Wallace State Park vlakbij Cameron. Het is er heerlijk toeven en we komen weer lekker bij in de schaduw. We zien hier onze eerste kardinaal.
Dinsdag 30 september:
We willen vandaag het Swan Lake National Wildlife Refuge bezoeken dat zo'n honderd kilometer verder aan de highway 36 ligt. De highway is constant vierbaans en voert ons langs gigantische akkers met mais, bonen, bonen en mais! Wel een beetje saai, maar het schiet wel lekker op. Het is weer mooi weer, een graad of zevenentwintig.We slaan af naar de 139 en het laatste stuk is gravel. Wat een stof!! Bij het visitor center informeren we naar eventuele vogels die we misschien kunnen zien, maar de ranger komt al met moeite uit zijn stoel omhoog, laat staan dat hij enthousiast vertelt over het gebied. Ja, het belangrijkste: in januari zitten hier een miljoen sneeuwganzen!! Zijn we heel blij mee!! We lopen een trail, maar zien alleen een grtoep aalscholvers en witte pelikanen op een eilandje op het meer. Rijden terug naar de grote weg en vinden op het Shelbina Lake City Park een geweldig mooi plekje aan het water en met schaduw!