Zondag 25 september:

Via de 86 komen we bij Silverton. Rijden door naar Tulia. Nemen daar de highway 27 en vlak vóór Canyon steekt opeens een coyotte de grote weg over! Hij kijkt heel schuw om zich heen en we kunnen hem goed bekijken.We slaan rechtsaf naar het Palo Duro State Park. Daar blijven we voorlopig. We zien een grote canyon, de tweede van de USA. De omgeving is erg mooi. We vinden een fantastisch plekje, waar onder de bomen maar liefst twaalf wilde kalkoenen in de schaduw staan te rusten!Als het niet meer zo warm is rijden we de rondweg door het park. We zien wel drie kampeerplaatsen en vier tentplekken. Verder veel trails.

 

De rotsen met allerlei kleuren zijn indrukwekkend. Op de terugweg rijden we nog even langs de birdhide. Wel tien soorten zien we verschijnen.

Maandag 26 september:

Het is bewolkt en dus trekken we de wandelschoenen aan om de lighthouse-trail te gaan lopen. Het is een mooie route dwars door de canyon. We vertrekken om negen uur en zijn om twaalf uur, moe maar voldaan, weer bij de camper terug.

 

De temperatuur was 17 graden bij het begin en 25 graden bij het einde. ’s Middags wordt het toch weer erg warm. We gaan voor het eten nog even naar de hide, maar er is niets nieuws te zien.

 Dinsdag 27 september:

Gaan weer verder. Eerst naar Canyon om te wassen en boodschappen te doen en daarna naar Amarillo. Hier hebben we enkele parken op het oog, maar hoe we ook ons best doen we kunnen ze niet vinden. Dus rijden we maar door naar Pampa. Daar zien we al snel enkele vogelpunten, maar het beloofde water is er niet en dus ook geen vogels. We rijden naar het Pampa City RV Park en staan aan een meer, wel water maar niet veel vogels! We zien flikker, meadow lark,

 

spreeuwen, scissor-tailed flycatcher, een eendje met rode kop? Het is er mooi dus hier blijven we.   

Woensdag 28 september:

Gaan richting Miami om via het National Grassland naar Oklahoma te gaan. We rijden door een kolossaal landbouwgebied met katoen en maisvelden. Alles is erg dor en droog. Als we Oklahoma binnen rijden vallen de groene bermen meteen op. Er groeien veel gele margrieten. Verder zijn er veel meer bomen en is het grasland voor het zwarte vee echt groener dan in Texas. We gaan via Reydon en lunchen bij het national forest Skipout Lake. Een mooie plek bij het meer. We nemen ruim de tijd voor we weer verder gaan. Rijden door het Black Cattle National Grassland. Veel zwarte koeien dus en veel weiden. Via Cheyenne en Strong City bereiken we Hammon. Hier vinden we het Washita National Wildlife Refuge. We gaan naar het kantoor en krijgen informatie over het gebied. We bezoeken vervolgens enkele punten, maar er is geen water. We rijden over de dam en komen bij het Foss State Park. Hier blijven we overnachten. Het is weer erg heet. Op het meer zijn enkele canadeese ganzen te zien, maar verder niets. 

Donderdag 29 september:

Rijden een birdroute. Eerst naar Foss. Stoppen bij het Clinton Lake en maken enkele foto’s van Monarch vlinders en kolibrimotten. Dan via Elk City naar Sayre. Hier is een City Park, waar je voor 12 dollar kunt staan. Het ziet er heel goed uit, maar het is nog veel te vroeg om te stoppen. Gaan over op de bruine route via de 283. Dit is een mooie rustige weg. Gaan de 9 op naar Granite en na de brug over het Lake Altus Lugert slaan we rechtsaf en volgen het meer dat nu hier droog staat. Als we weer bij water komen nemen we de weg naar het Quartz Mountain Nature Park. Gaan hier lunchen. Het is nog steeds erg heet.  Zien bij het water een belted kingfisher zitten.

 

Ook bevinden zich veel schildpadden op de stenen in het water. Via Blair komen we uit in Altus, een grote moderne plaats, en door naar Snyder, waar we linksaf slaan naar het Great Plains State Park. Een mooi ruim opgezet park met een enorm meer. Het waait er erg hard en de wind is erg warm. Bij het water staan canadeese en kolganzen. Verder killdeers en  lesser yellowlegs.  ’s Avonds koelt het enigszins af! 

Vrijdag 30 september:

Gaan vandaag nog een autoroute van de Great Plains Trail rijden, de Hackberry Flat Loop en komen als eerste bij het Lake Frederick. Een groot bruin meer waar je ook kunt kamperen. Geen vogels te zien.Verder naar Hackberry Flat, een wedland tussen landbouwgronden. Zien twee keer een vos, eerst een gewone vos  en daarna een kit fox. Er is een mooi bezoekerscentrum, maar dat is dicht. Er is ook een boardwalk, maar weer niets te zien. Over een maand moet het hier geweldig zijn. Via Hollister naar Lawton en vervolgens naar het Wichita Mountains National Wildlife Refuge. Het is een enorm groot reservaat waar bizons,

 

longhorns, elanden en buffels vrij rondlopen.

 

We gaan naar de camping en voor 9 dollar krijgen we een plekje. Later gaan we een eindje rijden en bij een van de vele meren zien we een aantal woodducks. Geweldig mooi om te zien! Zien een vos voorbijschieten waar zelfs een aantal kraaien van schrikken.Rijden langs de prairiedogtown en genieten van de vele kleine beestjes.  Zaterdag 1 oktober:

Blijven nog een dag hier. Gaan een route rijden in het park en bezoeken het bezoekerscentrum, waar we een film over het gebied bekijken. Bij de dam van het Quanah Parker Lake zien we een canyonwren, een groep canadeese ganzen en blue-winged teals. Bij het French Lake brengen we enige tijd door om te kijken naar golden-fronted woodpecker

 

,red-bellied woodpecker, flicker en eastern phoebe. Zien nog veel bizons en longhorns. Al met al een fijne dag met een aardig windje en lekkere temperatuur.

Template design by Leonard